Haal vlinders en libellen naar je tuin

Haal vlinders en libellen naar je tuin

Afgelopen juli organiseerde De Vlinderstichting weer de landelijke tuinvlindertelling. Dit jaar werden ongeveer 110.000 vlinders geteld. Op nummer 1 belandde de fraaie atalanta, een relatief grote, oranje en zwarte vlinder. De dagpauwoog werd nummer 2 en het kleine koolwitje nummer 3. De afgelopen jaren viel de vlindertelling relatief laag uit. Dus hoe krijg jij meer vlinders en libellen in de tuin?

De afgelopen tien jaar was het aantal vlinders verontrustend laag. Met name de droogte van de afgelopen jaren was desastreus, maar ook het gebrek aan nectarrijke planten, aan voedselplanten voor de vlinderrupsen en het gebruik van gif in tuin en landbouw spelen een rol. Het koele, natte voorjaar van 2021 heeft het tij een beetje doen keren. De rupsen hadden door de vele regen genoeg te eten. Verschillende soorten zijn eindelijk weer op het niveau van dertig jaar geleden, zoals de citroenvlinder, de atalanta en de dagpauwoog.

Vlindervriendelijk tuinieren

Draag een steentje bij aan het behoud van de vlinders en fleur tegelijkertijd je tuin op. Dat kan heel makkelijk.

Zon, beschutting en variatie

Vlinders houden van zon en beschutte, windstille en relatief droge plekjes. Ze hebben de zon nodig om op te warmen en te kunnen vliegen. De zon hebben we helaas niet in de hand, maar je kunt wel voor beschutting zorgen, met grote (bessen)struiken, een (kleine) boom of een begroeide pergola. Het helpt ook om je tuin niet te netjes aan te harken, maar bladeren en takjes te laten liggen en uitgebloeide bloemen in de herfst en winter te laten staan. En zorg voor variatie in de hoogte van je beplanting. Dat maakt een tuin sowieso aantrekkelijker, maar helpt de vlinders ook zich te oriënteren en hun weg te vinden.

Nectar in elk seizoen

Zorg voor bloeiende, nectarrijke bloemen, planten en struiken van het vroege voorjaar tot diep in de herfst. Daar heb je zelf ook plezier van. Een paar aanraders: winterheide, krokussen, blauwe druifjes, sneeuwbal (Viburnum), judaspenning, lavendel, vlinderstruik (Buddleja), hemelsleutel (Sedum), herfstaster en klimop.

Voedselplanten voor rupsen

De rupsen die ontstaan uit de eitjes die de vrouwtjesvlinder legt hebben voedsel nodig om te kunnen groeien en zich te verpoppen. De vijf beste voedselplanten zijn judaspenning, vuilboom of sporkehout (Frangula), klimop, koolzaad en... brandnetel. Die laatste, daar zijn we natuurlijk niet dol op, maar als je een grote tuin hebt kun je ergens achter in een hoekje vast een pluk brandnetels laten staan. En breiden ze zich te veel uit, dan maak je er gewoon een lekkere en gezonde brandnetelsoep van. Of brandnetelgier om je planten mee te voeden.

Lok libellen en waterjuffers naar je tuin

Deze vrolijke fladderaars zien we nog minder vaak dan vlinders. Ze vallen ook minder op, omdat ze heel fragiel zijn en doorzichtige vleugels hebben, maar vaak wel een mooi gekleurd lijfje. Ze eten graag muggen en bladluizen, dus het is zeker de moeite waard ze naar je tuin te lokken. Libellen leggen hun eitjes op waterplanten en brengen een groot deel van hun leven onder water door, dus probeer eens een (mini)vijver in de tuin aan te leggen. Doe daar dan liever geen vissen in, want die eten de larven van de libellen. Maak verder een aantrekkelijke combinatie van water- en oeverplanten, met zuurstofplanten, drijvende planten en hoog boven het water uitstekende planten. Denk aan vederkruid, fonteinkruid, kikkerbeet, watermunt, gele lis en egelskop.

Bron: Shutterstock